Scheeps- en Jachtbouw al eeuwen in het dna van Nederland ….

oktober 2018

Waarom is het dan toch zo lastig om voldoende personeel te trekken voor deze mooie branche? “Het is een technisch verhaal”, zegt Richard Mittertreiner, praktijkopleider bij Feadship partner Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer op de oriëntatiemarkt voor de derde jaars VMBO-ers op het ROC Nova College in Hoofddorp. “Techniek is boeiend en uitdagend en kent vele richtingen. Van lassen tot het uitdenken van toepassingen aan de tekentafel. Als je iets met water of bootjes hebt, wat is er dan mooier dan je werk ervan te maken?”

Het te kort aan personeel speelt al jaren in de Scheeps- en jachtbouw sector. In de crisistijd was het even iets minder urgent. Nu speelt het probleem volop. De markt van met name grote, dure jachten trekt aan. Nederland staat na Italië en Griekenland op de derde plaats in de wereld. De orderportefeuilles zitten vol voor de komende vijf jaar. Om aan goed opgeleid personeel te komen zijn ze bij Feadship een interne opleiding gestart. Uit nood geboren. Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer en Royal van Lent op de Kaag gaan hierin voor Feadship samen in de financiering van de opleiding met de Jacht- en scheepswerf Gouwerok in Aalsmeer en Akerboom Yacht Equipment in Leiden. De Klerk Binnenbouw in Moordrecht en Van der Loo Yachtinteriors in Waddinxveen doen ook mee. Jaarlijks volgen ongeveer 49 leerling die in dienst zijn bij de bedrijven in het Feadship Bedrijfsopleidingscentrum een mbo-opleiding richting metaal/werktuigbouw of jachtschilderen.

Bij Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer stromen per jaar ongeveer 8 leerlingen in die de 3-jarige BBL-opleiding volgen in samenwerking met MBO Rijnland en ROC van Amsterdam. Als je als 16-jarige instroomt zijn er uiteraard beperkingen in de bediening van bepaalde apparatuur en in werktijd. De leerlingen werken en leren 4 dagen in de week in de praktijk op de werkvloer en volgen één dag per week het theorie onderwijs in de bedrijfsschool. Ze krijgen een salaris en de opleidingskosten worden betaald door de werkgever. Opvallend is dat zo weinig meisjes ervoor kiezen. Bij De Vries Aalsmeer werken ongeveer 400 mensen waarvan 200 op de werkvloer. Van deze 200 zijn er maar drie vrouwen werkzaam. Wieteke Peters is één van de meisjes. Na de afronding van haar opleiding houtbewerking aan het HMC Amsterdam(Hout- en Meubileringscollege) heeft zij gesolliciteerd bij De Vries Aalsmeer en is onmiddellijk aangenomen. Zij heeft het naar haar zin en werkt er met veel plezier. Zij kan goed overweg met haar collega’s, wordt ondersteund in haar werk en leert zij elke dag bij. Dat geeft haar veel voldoening.

Het VMBO Rijn-, kust- en binnenvaart biedt eveneens sinds een aantal jaren de richting Scheeps- en jachtbouw aan vanaf het derde jaar naast de richtingen Rijn- en Binnenvaart, Haven en (lucht)vervoer, Wegtransport en logistiek. De uitstroomrichting Scheeps- en Jachtbouw wordt aangeboden bij het STC in Rotterdam en bij het Maritiem College Velsen. Een goede voorbereiding in een veilige praktijkomgeving op de MBO opleiding. De MBO opleiding wordt gegeven aan het STC in Rotterdam en in Sneek ROC Friese poort. Er zijn te weinig aanmeldingen om de opleiding te starten in Amsterdam (ROC van Amsterdam) of IJmuiden (Maritieme Academie).

Bij De Vries Scheepsbouw Makkum in Makkum is de bedrijfsopleiding eveneens succesvol. Daar volgen 27 leerlingen hun mbo-opleiding in samenwerking met het ROC Friese Poort, verdeeld over de opleidingen Meubelmaker, Scheepsbouwer en Jachtschilder.

truus den hartog/routard.nl

Een prachtige dag in Leiden

27 juli 2018 Leiden

LVBHB, is zo een afkorting waarvan je van alles kunt maken. Het staat voor ´Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig´. Een mondvol, dus wordt het gewoon ´Het Historisch Bedrijfsvaartuig´ genoemd. De grootste vereniging in Nederland op dit vlak met ongeveer twee duizend leden. Ieder jaar organiseren zij een presentatie van het varend erfgoed ergens in een havenstad. Dit jaar was het Leiden, volgend jaar wordt het Alkmaar en in 2020 Winschoten. Uit alle hoeken van het land komen de schepen bij elkaar. Enthousiaste liefhebbers zijn het met hart voor de varende geschiedenis en het schip.

Terra Nova

Het verenigingsschip Terra Nova is een mooi voorbeeld van hoe een dienstbaar leven van een schip in stand gehouden kan worden. Het dient als verenigingsschip van ‘Het Historisch Bedrijfsvaartuig’ en als nog veel meer. In de zomer vaart de Terra Nova met gasten op de Rijn, in de winter van oktober tot en met maart is het schip afgemeerd in Vreeswijk en beschikbaar voor vergaderingen en allerlei bijeenkomsten. Voor het noodzakelijke onderhoud is het schip ondergebracht in de Stichting Terra Nova. De schipper Jan Lock kocht het schip in 1994 en heeft het in 2004 geschonken aan de LVBHB. In de loop der tijd hebben Jan Lock en zijn vrouw het schip in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Om te beginnen met het teruggeven van de doopnaam ‘Terra Nova’. De mast en gieken kwamen terug op het dek, de laadruimte is ingericht als verblijfsruimte voor de gasten en de roef is ‘de parel’ van het schip met alle prachtige details. Deuren en wanden zijn met zorg en liefde in de lak gezet. De buffetkast is de eerste kast die in het schip gestaan heeft, teruggevonden op de zolder van een van de kleinkinderen van de oorspronkelijke eigenaar. Het fornuis komt uit Canada en past mooi in het interieur. Zelfs het kleinste kamertje ademt de sfeer van de jaren ’30.

Schipper in hart en ziel

Jan Lock heeft het varen op de binnenvaart met de genen meegekregen. Op elfjarige leeftijd spaarde hij al voor een ‘eigen schip’. Zijn diploma via het KOF behaald bij de heer Spaan en gevaren o.a. op tankers op de Rijn en met een spits in Frankrijk. Voor een schipper is zijn schip zijn lust en zijn leven! En dat vindt hij niet altijd terug bij de jongere generatie. Voor hen is het meer het werk en komt het schip op de tweede plaats. Maar Jan gaat met zijn tijd mee. Er is AIS aan boord en de veiligheidseisen die aan de binnenvaartschepen opgelegd worden, ook de historische, vindt hij een goede zaak, evenals de harmonisatie van de binnenvaartopleidingen naar Europees niveau  die in gang is gezet. In de stuurhut is hij in zijn element. Het stuurwiel is terug als historisch accent. De oorspronkelijke bel, gegoten voor de eerste eigenaar, hangt weer op zijn plaats. Het verhaal wil dat bij het gieten twee zilveren rijksdaalders zijn meegegaan op verzoek van de eerste eigenaar, die de klank zo helder en mooi maken.

Vrouw aan boord

Toen Emmi trouwde met Jan Lock was zij onderwijzeres op de lagere school. De overstap      naar de binnenvaart was groot. Van de drukte met leerlingen, collega’s, ouders naar de stilte van het varen. Het was hard werken, vier uur op en varen tot tien uur ‘s avonds. Als vrouw ben je er altijd om even het sturen over te nemen, te helpen met aanleggen en afvaren. Tijd voor theater, film was er in de spaarzame vrije uren. Sinds zij weer aan de wal is gekomen heeft zij meer vrijheid en is weer gaan werken als onderwijzeres. Met warme gevoelens kijkt zij terug op het varende leven. En het werken aan de inrichting van het schip heeft zij succesvol met veel plezier en enthousiasme gedaan.

Een groot feest in Leiden

Op vrijdag 27 juli j.l. is het feest geopend door de voorzitter van Het Historisch Bedrijfsvaartuig Rolf van der Mark en de wethouder van werk, inkomen, economie & cultuur van Leiden, Yvonne van Delft. De opkomst van de schepen was weer overweldigend, bezoekers waren volop aanwezig. Leiden is de juiste stad voor dit evenement met twee historische havens en na Amsterdam met de meeste singels en grachten in de binnenstad. Het was de drukste manifestatie ooit met zo ongeveer 200.000 bezoekers en een kleine twee honderd historische bedrijfsschepen. De penningmeester de heer Jan Marijt doet zijn best om in 2021 terug te komen in Leiden en dan vanuit de Federatie Varend Erfgoed Nederland. De federatie bestaat uit dertien behoudsorganisaties klassieke vaartuigen met in het totaal zo een vier duizend leden. Het ligt in de bedoeling het aan te laten sluiten op de varend erfgoed manifestatie in Gouda. En bij Sail Amsterdam in 2020? Volgens Marijt is de Federatie daar ook vertegenwoordigd, mits de financiering rond komt.

Moeilijke tijden

Het varend erfgoed wordt op de huid gezeten door financiers en de Inspectie Leefomgeving en Transport. De Rabobank verstrekt geen hypotheek meer aan historische bedrijfsvaartuigen. Schepen langer dan 20 meter, of met een inhoud van 100 m3, mogen vanaf 30 december 2018 alleen nog zelfstandig varen als zij een veiligheidscertificaat hebben. Veiligheidseisen die voor een modern binnenvaartschip logisch zijn, maar die voor de antieke vloot dure en zelfs rampzalige consequenties kunnen hebben. De EOC, verzekeringsmaatschappij,  doet er wat de veiligheidseisen betreft nog een schepje bovenop. Kortom moeilijke tijden breken aan. Maar gezien het enthousiasme en inzet van alle vrijwilligers komen zij dat te boven.

truus den hartog / routard